Voor leden

De gup en Ameca spelenden trekken samen op

Door Kees de Jong

 

De gup is één van de vissoorten die vaak buiten haar natuurlijke verspreidingsgebied wordt aangetroffen. Het grote aanpassingsvermogen van deze levendbarende tandkarper heeft er zeker aan bijgedragen dat dit kleine visje zich op zoveel plaatsen weet te handhaven.

De gup is een sociale vissoort die indien mogelijk in een grote school leeft. Deze wijze van leven heeft een aantal voordelen voor de visjes. Ze zijn in een grote groep minder kwetsbaar voor predatoren en seksuele partners kunnen makkelijker worden gevonden. Via andere vissen kan informatie over de aanwezigheid van voedsel en over de omgeving, zoals schuilplaatsen, worden gekregen. Voor een in zijn eentje kwetsbare gup zijn bovenstaande aspecten van groot belang. Het leven in een school heeft significante voordelen.

In het natuurlijke leefgebied van de goodeïden in centraal Mexico komen de laatste jaren door toedoen van de mens op telkens meer plaatsen guppen voor. De kleine guppen blijken af en toe een negatieve invloed op de aanwezige goodeïden te hebben. Zo worden de vrouwtjes van de kleine tweestreep goodeïde Neotoca bilineata dusdanig lastig gevallen door gupmannetjes dat  ze met het afschudden hiervan te veel energie verspelen (Valero, Magurran & Macías Garcia 2009)

Op het moment dat enkele guppen buiten hun natuurlijke levensgebied terecht komen, ontbreken de voordelen van het leven in een school. Het is bekend dat dergelijke invasieve soorten in eerste instantie met andere soorten samenscholen om op die manier toch de voordelen van het leven in een school te hebben. Camacho-Cervantes, Ojanguren & Magurran (2015) onderzochten of guppen ook samen met de goodeïde Ameca splendens optrekken.

Om hun hypothese te toetsen gebruikten de onderzoekers guppen uit Trinidad en jonge Ameca splendens, die ongeveer dezelfde grootte als de guppen hadden. In het eerste experiment werd nagegaan of de guppen, die door een glasplaat van de A. splendens waren gescheiden, ook een andere waterlaag zouden opzoeken als de Ameca’s daarheen zwommen omdat ze daar door middel van smaakstoffen naar toe waren gelokt. Dit bleek inderdaad het geval te zijn. De guppen kozen dezelfde waterlaag als de goodeïden en door de test veelvuldig te herhalen werd het toeval uitgesloten. Werden de goodeïden vervangen door guppen dan waren de uitkomsten hetzelfde. Door het gedrag van de oorspronkelijk in het gebied te kopiëren, kunnen de guppen in een vreemde omgeving sneller voedsel vinden.

In het tweede experiment werden de guppen en de jonge Ameca splendens in een fles met een opening geplaatst. Er werd vervolgens gekeken hoe snel de twee vissen uit de bescherming biedende fles naar buiten zwommen en of ze dit ook samen deden. Om de invloed van de omgeving mee te nemen, werd deze test zowel in een aquarium met als zonder beplanting uitgevoerd. Het bleek dat de vissen sneller een omgeving gaan verkennen als deze meer schuilplaatsen in de vorm van planten biedt. Het maakte voor die resultaten niks uit welke combinatie van vissen werd gebruikt. Ook was er geen verschil in de soort die als eerste de fles verliet om de omgeving te verkennen. Indien er minder schuilplaatsen in de omgeving aanwezig waren, bleven de vissen langere tijd dichter bij elkaar zwemmen. Ook uit dit experiment werd duidelijk dat het voor de gup niet uitmaakte of de partner een vis van de eigen soort of een jonge Ameca splendens was.

De eindconclusie van de experimenten is dat een kleine aantal guppen dat in een vreemde omgeving terecht komt de voordelen van het leven in school bereikt door zich aan te sluiten bij andere inheemse soorten. Hierdoor hebben de guppen een grotere kans om in een exotische omgeving te overleven. In combinatie met het grote aanpassingsvermogen en hoge vruchtbaarheid is de gup een succesvolle kosmopoliet gebleken die zich in grote delen van de wereld thuis blijkt te voelen. Natuurlijk is menselijke hulp bij deze verspreiding onontbeerlijk.  Geïntroduceerde exoten hebben een negatieve impact op de aanwezige soorten en zijn één van de belangrijkere redenen voor het uitsterven van soorten. Zelfs een kleine visje als het kleurrijke guppy kan er voor zorgen dat soorten met uitsterven worden bedreigd of zelfs de reden zijn dat soorten verdwijnen. Verder verspreiden van dit visje en andere soorten is dan ook uit den boze.

Literatuur

M. Camacho-Cervantes, A.F. Ojanguren & A.E. Magurran (2015), Exploratory behaviour an transmission of information between the invasive guppy and native Mexican topminnows. Animal Behaviour 106: 115-120.

A. Valero, A.E. Magurran & C. Macías Garcia (2009), Heterospecific harassment of native endangered fishes by invasive guppies in Mexico. Biology Letters 4(2): 149-152.